Wat komt er allemaal kijken bij de bouw van een windturbine (windmolen)? Op deze pagina nemen we u mee in het bouwproces. Met videofilms en uitleg aan d ehand van foto’s.
Van de bouw worden diverse videofilms gemaakt. De eerste videofilm verscheen in oktober 2020 en toont de voorbereidingen voor de bouw van de windturbines: van aanleg van wegen tot het heien en lekken van kabels.
Bekijk die videofilm hier.
Torendelen, nacelle, hub, drivetrain en rotorbladen. Uit alle delen van de wereld komen ze -met speciale transporten- naar het windpark. Bekijk een impressie van de transporten die plaatshadden over zee, via binnenwateren en via de (snel)weg.
Bekijk de videofilm hier.
Om betonwagens, hijskranen en overig verkeer veilig naar de bouwplek te laten komen, zijn goede bouwwegen nodig. Vanaf dichtstbijzijnde wegen, worden die bouwwegen aangelegd. Niet alle lijnopstellingen krijgen één lange bouwweg langs alle bouwplekken. In enkele gevallen is er voor gekozen om vanaf twee zijden materiaal aan te voeren.
Rond de plek waar de turbine komt te staan wordt een ruim deel van het terrein eveneens voorzien van puinverharding. Dat is nodig om de vrachtwagens die materiaal aanvoeren voldoende ruimte te bieden om te manoeuvreren.
Voor de bouw van de windturbine zijn meerdere hijskranen nodig: één kraan van circa 165 meter hoogte om de onderdelen op hoogte te krijgen en een kleinere kraan is nodig om de grote kraan zelf op te bouwen.
De grote hijskraan wordt in onderdelen aangevoerd. Alleen al de rupsbranden aan weerszijden worden met één vracht aangevoerd. Die rupsbanden zijn circa twee meter hoog. Op de bouwplek staat die kraan op een stevige ondergrond die is aangebracht op de zogeheten kraanopstelplaats.
Na afronding van de bouwwegen en kraanopstelplaatsen worden de heipalen aangebracht voor de fundering. Per locatie worden 34 palen geplaatst. Een windturbine vereist een stevige fundering. Die bestaat uit 34 heipalen. Per locatie wordt de heimethode bepaald: vibropalen of geschroefde palen. Die keuze is afhankelijk van de trillingsgevoeligheid van objecten in de directe omgeving.
De fundering zelf bestaat uit een grote hoeveelheid zogeheten vlechtijzer en beton. Kern van de fundering is een kooi van stalen pijpen. Die kooi is grondig voorbereid en bevat aan de bovenzijde de draadeinden die later exact passen in het onderste torendeel van de windturbine.
De turbine bestaat uit 12 grote onderdelen die per speciaal transport worden aangevoerd.
Vrijwel alle (vracht)wagens met bouwmaterialen kunnen zonder speciale maatregelen de bouwplaats bereiken. Dat geldt voor de wagens van betrokkenen bij de bouw, maar bijvoorbeeld ook voor de hijskranen en de betonwagens.
Een uitzondering vormen twaalf vrachtwagens die de grote onderdelen van de windturbine zelf brengen. Vanwege de lengte en/of hoogte spreekt men hier van bijzonder transport. Afhankelijk van die lengte, hoogte of breedte verschilt het transport per onderdeel. Zo kan een rotorblad te lang zijn voor de ene route, terwijl een torendeel die route wel kiest omdat dat deel elders niet onder een viaduct door kan.
De bijzondere transporten hebben veelal ’s nachts (of in de vroege ochtend) plaats, om overig verkeer zo min mogelijk hinder te bezorgen. Waar nodig zijn kruisingen, bochten en/of rotondes langs de route aangepast voor het bijzondere transport. Na afronding van de bouw worden de tijdelijke voorzieningen verwijderd en de wegen in oude staat hersteld.
Afhankelijk van het weer kan de bouw van de volledige windturbine in ongeveer een week zijn afgerond. Met name wind en/of onweer kunnen tot vertraging leiden.
Na afronding van die bouwweek volgt het technisch installeren van alle apparatuur. Dat kan nog enkele weken in beslag nemen.